Met de coronacrisis hebben veel kleine, lokale ondernemers het zwaar. Gemeenten werken daarom aan een ‘digitaal dorpsplein’, waar lokale middenstanders samen webwinkels starten. Het helpt hen om klanten vast te houden en geeft bewoners gemak terwijl ze lokaal inkopen.
Vandaag startte het digitale dorpsplein van Delden in Overijssel. “De eerste bestellingen vliegen al binnen”, vertelt Matthijs de Graaf, oprichter van het bedrijf Shopforce, dat de webwinkels voor de lokale winkels bouwt. De Graaf begon 10 jaar geleden met het idee: een platform waar bakkers, slagers, groentemannen en lokale tuinders en boeren allemaal samen hun waar aan konden bieden. “Je hebt dan je eigen webshop, maar door bij verschillende winkels in één keer te bestellen, is het net zo makkelijk als bij de grote supermarkten.”
Weinig promotie
Het platform van Shopforce probeert sinds 2014 kleine ondernemers te overtuigen om mee te doen. “Maar het was lange tijd best veel moeite om ze over de streep te trekken. En zelfs als ze de webshop hadden, deden ze weinig aan promotie en wilden ze bijvoorbeeld niet gratis bezorgen. Dit zijn mensen die al jaren in een winkel staan; ze zijn niet gewend aan het digitale aspect.”
Nu iedereen door de coronacrisis afstand moet houden en thuisblijft, willen alle winkels en gemeenten plotseling wel meedoen. “Gemeenten zien ook dat digitale dorpspleinen zorgen voor sociale cohesie. Dat die kleine, onafhankelijke winkels niet zomaar mogen verdwijnen, anders verlies je de ziel van een dorp.”
De dorpen redden
De Graaf richtte Shopforce op nadat hij een vorig, succesvol softwarebedrijf verkocht. “Ik realiseerde me hoeveel geluk ik had gehad en wilde wat goeds terugdoen. De lokale winkels redden leek me een goed doel.” Met zijn ervaring in het bouwen van software ontstond een programma dat voor bijna elke winkel werkt. “Het is belangrijk dat het fundament van zo’n platform goed is. En dat is zo.” Dankzij dat fundament kan nu, in crisistijd, relatief snel een digitaal dorpsplein gebouwd worden.
Voor De Graaf is Shopforce meer dan een platform voor winkels. Het geeft kleine ondernemers en producenten de kans een vuist te maken tegen de grootmachten. “Een zuivelwinkel weet soms niet eens dat er een eierboer om de hoek zit. Het platform brengt ze bij elkaar, geeft de boer een eerlijker prijs voor het ei en laat lokale bewoners betere kwaliteitsproducten kopen.”
Duurdere boodschappen
Dat alles daarmee ook iets duurder wordt, is volgens De Graaf geen probleem. “Je betaalt voor kwaliteit, maar ook voor gemak. Door de webshops van alle speciaalzaken te combineren kopen mensen meer spullen.” Ondertussen helpt de webwinkel volgens De Graaf de structuur van dorpelijk Nederland te versterken. “Ze worden weerbaarder en veerkrachtiger in een digitaliserende wereld.”
Dat er een crisis aankwam die De Graaf’s platform goed uit zou komen, had hij niet kunnen bevroeden. “Ik dacht wel dat het kapitalistische systeem dat we hadden op zijn einde liep, maar niet dat zoiets zou gebeuren”. De huidige crisis kan echter wel positieve kanten hebben, ook of vooral voor lokale ondernemers. “Mensen denken, nu ze binnen zitten, meer na over hun leven. Ze gaan minder vliegen, meer lokaal winkelen. Dat zie ik gebeuren.”
Bron: Duurzaambedrijfsleven.nl